Nederlanders hebben volgend jaar 0,8 procent meer te besteden dankzij het nieuwe belastingplan van het kabinet.

De belasting voor inkomens onder 68.507 euro gaat de komende jaren verder dalen tot 37,03 procent in 2024.

In box 3 gaat het heffingsvrij vermogen omhoog van zo’n 31.000 euro dit jaar naar 50.000 euro in 2021.

Door de bank genomen hebben Nederlanders volgend jaar iets meer te besteden. De gemiddelde stijging in koopkracht komt in 2021 uit op 0,8 procent, raamt het Centraal Planbureau (CPB) op basis van het Belastingplan 2021 en de Miljoenennota.

Vergeleken met dit jaar is de toename van de koopkracht gering. In 2020 krijgen huishoudens naar verwachting gemiddeld 2,2 procent meer besteden. Toch is het een kleine opsteker in deze zware economische tijd.

Door de coronacrisis gaat de economie door een diepe dal en volgens koning Willem-Alexander moeten we ons schrap zetten voor de verdere negatieve gevolgen van de crisis.

Het is overigens belangrijk om te weten dat de schattingen van koopkracht ervan uitgaan dat er geen tweede lockdown komt vanwege een opleving van het coronavirus.

De stijging van de koopkracht verschilt per type huishouden. Werkenden, gezinnen zonder kinderen en tweeverdieners gaan er het sterkst op vooruit met respectievelijk 1,2 procent, 1,1 procent en 0,9 procent, becijferde het CPB.

Een van de belangrijkste maatregelen van de Prinsjesdag 2020 en één die veel effect op de koopkracht heeft, is de verlaging van inkomstenbelasting. Verder zijn er aanpassingen rondom box 3, de afbouw van zelfstandigenaftrek, toeslagen, de algemene heffingskorting en de arbeidskorting.

Business Insider zet hieronder de belangrijkste veranderingen op een rij.


Belastingtarief inkomstenbelasting gaat omlaag naar 37,10% in 2021

Het belastingtarief voor inkomens tot 68.507 euro daalt van 37,35 procent dit jaar naar 37,10 procent in 2021. Dit is één van de maatregelen die het kabinet vorig jaar al bekendmaakte en waaraan niet wordt gesleuteld.

Vanaf 2022 gaat dit tarief verder omlaag tot 37,03 procent in 2024.

Het basistarief in de inkomstenbelasting daalt de komende jaren in stappen, zoals de afbeelding hieronder laat zien. Zowel werkenden als mensen met een uitkering hebben hier voordeel van, omdat ze netto meer geld overhouden.

Gepensioneerden met inkomens tot ongeveer 35.000 euro ontvangen ook een belastingvoordeel. Het lagere tarief dat voor deze groep huishoudens geldt, wordt in 2024 teruggebracht naar 19,13 procent.

bron: de Rijksoverheid
bron: de Rijksoverheid

Algemene heffingskorting meevaller voor inkomens onder 68.507 euro

Door een extra verhoging van de algemene heffingskorting, een vast bedrag dat je in mindering mag brengen op de verschuldigde belasting, neemt de koopkracht van mensen met een inkomen tot 68.507 euro toe. De hoogte van de korting hangt af van het inkomen, waarbij lagere inkomens meer voordeel hebben dan hogere inkomens.


Arbeidskorting gaat vervroegd omhoog in 2021

De verhoging van de arbeidskorting, een vast bedrag dat werkenden in mindering mogen brengen op de verschuldigde belasting, wordt volgend jaar van kracht.

Eerder stond de verhoging in 2022 in de planning. Daarvan hebben zowel mensen in loondienst als zelfstandigen voordeel. Deze verhoging komt bovenop een al eerder afgesproken verhoging voor 2021. Vanaf 2022 blijft de arbeidskorting gelijk.


Zelfstandigenaftrek gaat verder omlaag tot 6.670 euro

De afbouw van de zelfstandigenaftrek gaat vanaf volgend jaar sneller dan eerder gepland. De aftrek daalt van 7.030 euro in 2020 naar 6.670 euro in 2021.

In de jaren daarna volt een verdere verlaging van de zelfstandigenaftrek.


Box 3: Heffingsvrij vermogen naar €50.000, maar fictief rendement en belastingtarief ook iets hoger

Vanaf volgend jaar gaat vermogen dat in box 3 vrijgesteld is van belasting omhoog naar 50.000 euro per persoon. Dat is dus 100.000 euro voor fiscaal partners.

Momenteel betalen huishoudens belasting als hun vermogen boven 30.846 euro (of 61.692 euro met fiscaal partner) uitkomt.

Door deze verruiming van het heffingsvrij vermogen hoeven straks bijna 1 miljoen spaarders en kleine beleggers geen box 3-belasting meer te betalen, zo schat de overheid.

Daar tegenover staat dat huishoudens die meer vermogen hebben dan 50.000 euro iets meer belasting gaan betalen. Het tarief van de box 3-belasting stijgt van 30 procent dit jaar naar 31 procent in 2021.

Daarnaast wordt het fictief rendement voor de opbrengst uit vermogen aangepast. Tot een ton betaal je daardoor effectief 0,59 procent belasting.


3 verbeteringen voor toeslagenstelsel

Het kabinet is van plan verbeteringen aan te brengen in het toeslagenstelsel dat al jaren een hoofdpijndossier is. Een recent dieptepunt is de toeslagenaffaire waarbij duizenden ouders die kinderopvangtoeslag ontvingen, onterecht werden aangemerkt als fraudeurs door de fiscus en soms jarenlang door belastingaanslagen werden achtervolgd.

In het Belastingplan staan verschillende voorstellen om een "eerlijker stelsel met oog voor de menselijke maat" te bereiken. Er zijn drie concrete verbeteringen bedacht.

Ten eerste krijgen huishoudens meer grip op hun toeslagen. Zo kunnen ze eerder een besluit van de Belastingdienst aanvechten en krijgen ze meer tijd om informatie aan te leveren om bijvoorbeeld een boete te voorkomen.

Verder zal de Belastingdienst coulanter omgaan met huishoudens. Zo hoeven bedragen kleiner dan 47 euro niet meer terugbetaald te worden. Ook kan de Belastingdienst in individuele gevallen een bedrag dat moet worden terugbetaald, verlagen.

Tot slot worden de voorwaarden die aan partners worden gesteld versoepeld of aangepast. Zo kan een partner de kinderopvangtoeslag houden als de andere partner in detentie zit.


Lees meer over Prinsjesdag 2020: